Geschiedenis

Robert Baden-Powell richtte in 1907 in Engeland de padvinderij op, wat daarna al snel een wereldwijde organisatie werd. Hij was zo betrokken dat hij wanneer iemand ergens ter wereld een nieuwe groep oprichtte, deze samen met zijn vrouw bezocht. Ook Oostvoorne was er al snel bij, rond het jaar 1908 kwam er iets op gang. Toentertijd ging dat nog niet zo snel omdat mensen veelal de kosten die aan de padvinderij verbonden waren, niet konden betalen. In 1916 verzon Baden Powell het welpenspel, met Akela, Baloe, Raksha en nog veel meer dieren.

Tussen 1920 en 1940 draaide de padvinderij in Oostvoorne opperbest, er was een landverkennersgroep: ‘De Duinhazen’ en een kabouter-padvindstersgroep: ‘De Strandvogels’.
De dames Meijers en De Bel richtten in 1938 de meidengroep op. In maart 1939 is De Strandvogels ingeschreven bij het Nederlands padvindersgilde, later opgegaan in Scouting Nederland.
In 1940 werd door de Duitse bezetter de padvinderij, van Britse origine, in Nederland verboden, dus ook in Oostvoorne. De groep verhuisde naar de Duinoordseweg bij de familie v/d Does, maar ook dat mocht niet meer.
In die tijd werd het spel ‘verkennen’ ook al in de duinen van Oostvoorne uitgevoerd. Ook pionierhout en verkennerstokken haalde men uit de duinen, dat was voor die tijd een goede oplossing.
Na de oorlog werd de draad al snel weer opgepakt, maar helaas waren er weinig belangstellenden en was er geen onderdak voor de Duinhazen omdat hopman v/d Does ging verhuizen. Er werd naar een opvolger gezocht.

Ongeveer 2014 is de waterscouting gestopt. De Strandvogels zijn nu alleen nog landscouts. Het activiteitenaanbod is gevarieerd en gericht op het buitenleven. Voor de jongere kinderen zijn er speurtochten en spelletjes. Voor de oudere pionieren, vlotvaren, primitief koken, hiken, kamperen, sport en spel. Het is de ligging van het vaste onderkomen in het duinlandschap die de groep uniek maakt.